Edwin Jacobs, directeur museum Jan Cunen
Han Klinkhamer zwijgt veel. Hij maakt ook mooie, stille schilderijen. Op bezoek in zijn lichte, ruime studio, aan de rand van de Maas, in Demen, volgt hij je bedachtzaam en geconcentreerd, alsof hij ieder woord dat je uitspreekt wil opvangen voor het wegebt in het niets. Alsof hij je gedachten wil lezen. Niet voor niets is deze schilder uit de Maasvlakte zo dicht bij zijn bezoeker in het atelier, hij is immers zijn hele leven lang dicht bij zijn onderwerp, de natuur.
Han Klinkhamer zwijgt veel. Hij maakt ook mooie, stille schilderijen. Op bezoek in zijn lichte, ruime studio, aan de rand van de Maas, in Demen, volgt hij je bedachtzaam en geconcentreerd, alsof hij ieder woord dat je uitspreekt wil opvangen voor het wegebt in het niets. Alsof hij je gedachten wil lezen. Niet voor niets is deze schilder uit de Maasvlakte zo dicht bij zijn bezoeker in het atelier, hij is immers zijn hele leven lang dicht bij zijn onderwerp, de natuur.
Het vergt inzet en concentratie om dicht bij de natuur te blijven, het spreekt een eigen taal, denk aan de wind, de regen, sneeuw – recent vertaalde de witte gloed het landschap rondom de studio tot één omringend schilderij dat het werk van de ontroerende Willem Witsen in herinnering roept – dat het jaren van het menselijk leven vergt om die taal te begrijpen en vooral om haar goed te kunnen zien.
Ooit maakte Han Klinkhamer schilderijen, ruig in kleur en onbestemd van onderwerp. Centraal stond een doosje, een stuk papier, een stokje. Niet lang er na legde de kunstenaar zich meer en meer toe op de wijze waarop het schilderij en de tekening ontstonden en gaf hij alle ruimte aan de betekenis van het materiaal. Er volgden indrukwekkende series werken op papier die, hoe kan het ook anders gemaakt door een kunstenaar van weinig woorden, de kijker aan de hand namen door labyrintische, chaotische patronen ontstaan in sessies van uren zwijgzaam werken op hetzelfde oppervlak. Je kunt ook geen woorden kiezen als je zo geconcentreerd aan het werk bent, alle aandacht is gericht op het werk, een intensief visueel proces.
Gaandeweg gleed de natuur uit Klinkhamers handen. De werken op papier kwamen meer en meer in het teken te staan van een vertaling van het landschap dat hij in traag tempo en daardoor scherp en nadrukkelijker ging zien. Uiteraard was de kunstenaar bekend met het landschap van de Maas, hij voer immers keer op keer, jaar in jaar uit, in een bescheiden bootje langs de oevers en kwam altijd wel iets nieuws en onbekends tegen. Maar het leidde in eerste instantie niet vanzelfsprekend tot beelden die daarmee ook in relatie stonden. Op de een of andere manier is het bijzonder om te zien dat het maken van schilderijen en tekeningen in het teken was komen te staan van het kijken naar de werkelijkheid, botweg door het willen maken er van.
Aan de zijlijn, net buiten het episch centrum van het atelier, creëerde de kunstenaar kleine onooglijke schilderijen. Alsof hij een andere energie kwijt moest, naast al het grote werk dat hij dagelijks verzette. Deze kleinoden werden doorlopend opnieuw in de hand genomen en bewerkt. Dikke korstige lagen verf bleven op het kleine oppervlak achter en de kunstenaar kwam uit op een procédé van schilderen dat verwant was aan zijn violente omgang met het papier. Maar deze kleine schilderijen vroegen wel om een specifiek onderwerp en mede daardoor kreeg het landschap een kans. Het ging niet om imitatie of uitbeelding, maar om het scheppen van een beeld op het snijvlak waar materiaal grondstof is en materiaal illusie oproept. In de vele series kleine en ongemakkelijke schilderijen, vond de schilder een gelijke tegenover de grote monumentale werken op papier. Zo groeide een universum uit, een eigen tuin, een eigen landschap.
Blank, wit en licht, vervuild met stemmige grijzen, mauve en groenbruinen. De schilderijen welke betoveren hebben haast geen kleur, ze spreken door de afwezigheid van kleur. Het is de grondtoon die spreekt. Het heeft zeker te maken met de intensiteit van de verflaag en de structuur. Het licht valt er op en wekt het tot leven. Anders dan de grote donkere tekeningen doen – zij nemen het licht aan en lijken het vast te houden en stil te leggen.
Over het algemeen hebben de werken van Klinkhamer iets emblematisch, niet zo zeer dat ze een symbool of metafoor vertolken, dan wel dat het archetypische van de Nederlandse schilderkunst er in tot uitdrukking wordt gebracht. Namelijk het tonen van het licht. Dit laatste geeft de kunstenaar een plek in de ontwikkeling binnen de Nederlandse kunst, die werkt als de zandbank aan de oevers van een rivier of nabij de kustlijn, altijd in beweging. En met die beweging gaat Klinkhamer mee, de laatste jaren nadrukkelijk en dan wel in termen van behoud van de plek die hij duidelijk heeft ingenomen.
Onverminderd werkt de kunstenaar door aan zijn kleine schilderijen en werken op papier en je ziet dat het hem niet gemakkelijk afgaat. Hij zet zich steeds verder vast in het onderwerp waarvan hij dicht tegen de ziel zit. De kunstenaar kan niet anders, hij is er door geraakt. (Als we samen door het atelier struinen, op zoek naar betovering, tussen het werk, alsof je op zoek bent tussen het hoge gras, buiten, aan de oever, onderbreekt de kunstenaar het gesprek met regelmaat en kijkt op naar het licht dat door het atelierraam valt. Hij registreert het, slaat het op en ik weet, dat als ik later weg ben, het licht terugkeert in een schilderij.) Dat hij het hemzelf niet gemakkelijk maakt is zichtbaar in het werk dat uitstaat; het zijn nieuwe schilderijen, geïnspireerd op vormen en stemmige kleuren van wilde bloemen die het landschap in het voorjaar en zomer in het gebied om het atelier domineren. Overigens, de tekeningen, die vrijwel gelijk met deze schilderijen zijn ontstaan, zijn abstract, bijna voorstellingsloos. Een in het oog springend contrast. Op het eerste oog botsen de twee werelden, maar bij nadere beschouwing toch ook weer niet, het een kan voor het andere bestaan en het andere voor het een in de plaats komen. De kunstenaar zal op een geschikt moment beslissen welk werk blijft en welk werk niet. Ongetwijfeld volgt een cruciale beslissing, genomen in stilte, na lang zwijgen en intensief kijken, die het werk kracht aanreikt en de gevoeligheid geeft die bij het kijken hoort. Zo werkt Han Klinkhamer en ik voel veel voor deze benadering van het kunstenaarschap.
Edwin Jacobs, directeur museum Jan Cunen